Skip to main content

Bestuurs- en beleggingsthema’s 2019

Voorjaarsseminar

Seminar 17 april 2019, 09:30
Beurs WTC

Tevens presenteerde  IVP de tweede, volledig herziene druk van 'Het Excellente Pensioenfonds'.

Voorlopig programma

Sprekers & presentaties

IORP 2 en de internal audit functie – de eerste beelden uit de praktijk

Danny Tingelaar MSc RA CIA
Danny Tingelaar MSc RA CIA
senior manager, KPMG

Sinds 13 januari 2019 moeten pensioenfondsen sleutelfuncties voor risicobeheer, actuarieel en interne audit hebben ingericht. De heer Tingelaar stond stil bij de vereisten van de sleutelfunctie, sleutelfunctiehouder en -vervuller. Hij sloot af met een aantal tips & tricks aan de hand van zijn waarnemingen in de praktijk:

Bezint eer ge begint

  • Win voldoende informatie in bij andere pensioenfondsbestuurders en/of een adviseur. Er zijn diverse mogelijkheden voor de invulling van de sleutelfunctiehouder en vervuller van de interne auditfunctie (IAF). Menig voorgestelde inrichting wordt niet goedgekeurd door DNB, bijvoorbeeld omdat de voorgestelde inrichting beter kan worden onderbouwd. Aandachtspunten daarbij zijn de mogelijke bedreigingen (bijvoorbeeld op het gebied van onafhankelijkheid) en de waarborgen daartegen.
  • Besteed dit jaar meer aandacht aan een goede inrichting en mogelijk minder aan auditactiviteiten. Bij de inrichting en opzet van de IAF dient goed te worden nagedacht over de taken en verantwoordelijkheden. Het doel is dat dubbele taken worden vermeden. Een goede afstemming tussen de belangrijke governance-organen is daarbij van belang. Onder de goede inrichting vallen een Internal Audit Charter en een risico-gebaseerd Auditjaarplan, dat meerdere auditjaren dekt.

 Houd het proportioneel en pragmatisch:

  • Inventariseer of het mogelijk is om synergiën te creëren met andere pensioenfondsen. Bijvoorbeeld in de situatie dat u met meerdere fondsen bij dezelfde pensioenuitvoerder diensten afneemt en u wenst daar een audit uit te voeren. Het is goed mogelijk om gezamenlijk met meerdere fondsen een audit uit te voeren. Door gezamenlijk één audit uit te voeren, deelt u de kosten en wordt de uitvoeringsorganisatie minder belast met individuele auditverzoeken.
  • Een alternatief op het (collectief) zelfstandig uitvoeren van audits bij de uitvoeringsorganisatie is gebruik maken van de IAF van de uitvoeringsorganisatie. Dat kan op verschillende manieren en met verschillende zwaarte. Een optimale situatie is dat de IAF van het pensioenfonds inspraak heeft op het Audit Jaarplan van de IAF van de uitvoeringsorganisatie. Het functioneren van de IAF van de uitvoeringsorganisatie wordt voorts beoordeeld door de IAF van het pensioenfonds. Denk daarbij aan een dossier review, op basis waarvan de IAF van het pensioenfonds kan bepalen dat de audit objectief en onafhankelijk is uitgevoerd.

Implementatie IORP 2: Herijking rol Verantwoordingsorgaan nodig

mr Bianca van Tilburg
mr Bianca van Tilburg
advocaat, HVG Law

Mevrouw Van Tilburg constateerde dat met de implementatie van de IORP 2-richtlijn in de Nederlandse (pensioen)wetgeving kan worden onderzocht of de bestaande verschillende rollen bij het interne toezicht en het afleggen van verantwoording wijziging behoeven.

Voor de meeste pensioenfondsen wordt sinds 1 januari 2019 het interne toezicht uitgeoefend door een Raad van Toezicht. Met de invoering van IORP 2 moeten sinds 13 januari 2019 sleutelfuncties voor risicobeheer, actuarieel en interne audit zijn ingericht waardoor overlap ontstaat van de huidige bevoegdheden die het Verantwoordingsorgaan heeft met een ander orgaan of functie van het pensioenfonds. Dit vormt aanleiding om de rol van het Verantwoordingsorgaan onder het nieuwe wetgevend kader onder de loep te nemen. Uitgangspunt is dat het verantwoordingsorgaan wordt ingezet voor dialoog van het bestuur met de deelnemers over het beheer van de pensioengelden.

Zo heeft het verantwoordingsorgaan adviesrechten inzake beleid, waaronder de risicohouding van het pensioenfonds. Met de invoering van IORP 2 in de Nederlandse wetgeving worden professionele sleutelfunctionarissen aangesteld die aan hogere deskundigheidseisen moeten voldoen dan leden van een verantwoordingsorgaan. Zij, en de deskundigen van de Raad van toezicht zijn (ook) betrokken bij het vaststellen van de risicohouding. Welke toegevoegde waarde heeft een verantwoordingsorgaan op dit punt dan nog?

Sterker nog, door de groeiende kloof in kennis en ervaring tussen enerzijds pensioenfondsbestuurders, sleutelfunctionarissen en leden van een Raad van toezicht aan de ene kant, en leden van het Verantwoordingsorgaan aan de andere kant, zal eerder leiden tot vertraging van het besluitvormingsproces zonder dat dankzij het Verantwoordingsorgaan in deze nieuwe setting iets wordt toegevoegd aan de zorgvuldigheid van het opstellen van en het toezicht op het beleid.

Met het verschil in kennis en ervaring tussen bestuur, intern toezicht en het verantwoordingsorgaan komt de vraag aan de orde hoe het pensioenfonds in dialoog blijft met de deelnemers, slapers en gepensioneerden.

Mevrouw van Tilburg stelde voor om het model van de verzekeraars over te nemen die werken met klantenraden. Zij stelde voor de naam van het Verantwoordingsorgaan te wijzigen naar Deelnemersraad” die fungeert als klankbordorgaan. Het bestuur legt in dialoog met de Deelnemersraad uit welk beleid is gevoerd en hoe het de toekomst ziet. De Deelnemersraad schrijft hierover in het jaarverslag en op de website van het pensioenfonds.

Mevrouw Van Tilburg gaf nog een aantal voorbeelden van de taken van het Verantwoordingsorgaan nieuwe stijl die zijn opgenomen in haar presentatie.

Zij riep op dat besturen en verantwoordingsorganen met elkaar hierover in overleg treden om te bereiken:

  • Geen overlap met bevoegdheden intern toezicht
  • Geen dubbele exercitie ten opzichte van vaststellen risicohouding
  •  Verkleinen kloof tussen professioneel en deskundig pensioenfondsbestuur, intern toezicht,  sleutelfunctiehouders aan de ene kant, en deelnemers, slapers en pensioengerechtigden aan de andere kant
  • Checks en balances waar dat nodig is en toegevoegde waarde heeft
  • Adviesrechten op die gebieden die impact hebben op de deelnemers, slapers en gepensioneerden. 

Pensioenfonds en liefdadigheid. Elkaars tegenpolen?

Marco Visscher
Marco Visscher
journalist en auteur,

Marco is auteur van de boeken “De energietransitie” en “Ecomodernisme“.

Achtergrond ‘duurzaamheid’

Het streven naar duurzame ontwikkeling is ontstaan vanuit de groeiende zorg over de milieudruk van de westerse welvaart. In de jaren zestig vreesden sommigen van ons dat een mengsel van consumptiedrift, industriële vervuiling en een ongekende toename van de wereldbevolking een recept was voor rampspoed. In 1972 verscheen het rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome, een mondiale denktank van bezorgde intellectuelen: de natuurlijke grondstoffen raakten in een akelig snel tempo op.

De term ‘duurzame ontwikkeling’ brak door in 1987 dankzij een rapport van een commissie onder leiding van Gro Harlem Brundtland, oud-premier van Noorwegen. Volgens het rapport was de milieuschade van vooruitgang te lang genegeerd. Daarom pleitte Brundtland voor een nieuwe denkwijze: duurzame ontwikkeling. “Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder afbreuk te doen aan het vermogen van toekomstige generaties om te voorzien in hun eigen behoeften.”

Economische groei en duurzaamheid

Economische groei heeft ons veel gebracht: meer gemak en comfort in ons persoonlijke leven, meer mogelijkheden om vrije tijd op te nemen, meer middelen om te reizen en iets van de wereld te zien. Maar economische groei brengt niet alleen persoonlijke vooruitgang; het leidt ook tot meer democratie, beter onderwijs, betere gezondheidszorg, meer vrede, meer gelijkheid tussen de seksen.

Economische groei leidt tot:

  • Er is minder armoede. Het aantal mensen die leven in extreme armoede, van minder dan 1,90 dollar per dag, gecorrigeerd voor inflatie en koopkracht, neemt af sinds de jaren zeventig – en dat terwijl de wereldbevolking bleef toenemen.
  • We leven langer. Vanaf 1850 zien we dat in Europa en de Verenigde Staten de levensverwachting omhoog gaat. Vanaf 1950 zien we dat ook in Afrika lijn. Overal is de trend hetzelfde, met name te danken aan een sterke terugval in kindersterfte, te danken aan betere gezondheidszorg en vaccinaties.
  • Er is minder oorlog.

We leven in vreedzame tijden. Voor de Tweede Wereldoorlog was het eeuwenlang een aaneenschakeling van geweld en oorlogen. Sinds 70 jaar is dat veranderd, zij het niet bepaald in een rechte lijn. Landen die met elkaar handelen, voeren doorgaans geen oorlog. En landen die beschikken over  de meest geavanceerde, extreem gevaarlijke wapens, kernwapens, die val je niet zomaar aan. Het resultaat: minder oorlogen, minder conflicten, ja, ook minder terrorisme.

Economische groei en milieu

Tijdens het proces van economische groei gebeurt er iets wonderlijks: het milieu knapt op. We verbruiken nog steeds meer en meer energie maar we leggen ons toe op andere economische activiteiten, we gaan de natuur beschermen, er komen politieke en technische maatregelen om de lucht en het water schoner te maken, de dieren keren terug. Dit is wat er al tientallen gebeurt in welvarende landen, zoals Nederland.

In Nederland neemt de luchtvervuiling scherp af, ook de hoeveelheid fijnstof in de lucht waarover we vandaag, zeker in Rotterdam, zoveel horen. De Maas en de Rijn zijn schoner: met meer vissen bijvoorbeeld. Het blijkt namelijk: vanaf een zeker welvaartsniveau maken we ons zorgen om de natuur en vinden we het de kosten waard om er beter voor te zorgen. En zo leidt economische groei uiteindelijk tot een schoner milieu. Want milieuzorg is een luxe die we ons kunnen veroorloven in een welvarende samenleving.

Economische stilstand, terugval, armoede, leidt tot schade aan het milieu. Als arme en opkomende landen de ontwikkeling naar modernisering verder voortzetten, zullen ze zich daar ook beter bekwamen in een goede zorg om het milieu. De oplossing voor milieuproblemen is méér modernisering, méér economische groei, niet minder. 

De Kuznetscurve, vernoemd naar Simon Kuznets die de Nobelprijs voor de economie ontving, ondersteunt de gedachte dat we arme landen onvoorwaardelijk moeten laten doorgroeien en níet slechts ontwikkeling toe te staan onder strikte voorwaarden. De verwachting is dat ze bij een bepaald welvaartsniveau gaan zorgen voor het milieu. Welvaart biedt namelijk een bescherming tegen milieuvervuiling.

Laten we in de context van duurzame ontwikkeling één ding niet vergeten: economische groei biedt een bescherming tegen de te verwachten schade van klimaatverandering. Economische groei, welvaart, is dé reden waarom natuurrampen altijd veel meer slachtoffers vergen in arme landen dan in rijke landen. In 2010 leidde een aardbeving op Haïti tot zeker 100.000 doden. Een aanmerkelijk zwaardere aardbeving in Chili, zes weken later, leidde tot 500 doden. Dat verschil is verklaarbaar. In de Human Development Index van de Verenigde Naties bungelt Haïti ergens onderaan op nummer 149. Chili staat echter op een respectabele 44ste plaats, tussen Hongarije en Kroatië. In Chili kunnen mensen zich, anders dan in Haïti, wapenen tegen aardschokken, de huizen zijn beter, de vluchtroutes sneller, na de ramp is de medische verzorging op orde.

De heer Visscher gaf een manifest voor de toekomst:

  • Handen af van onze voetafdruk!

Het veel gebruikte “ecologische voetafdruk verkleinen” – alsof onze geweldige doorbraken (als industrie, wolkenkrabbers, steden) niets meer waren dan dwaasheden die maar snel moeten worden teruggedraaid – is niets meer dan een moreel oordeel. Het is een volstrekt irrationeel en onbruikbaar concept met als enige doel om denigrerend te doen over vooruitgang en onze prestaties.

We zijn niet bezig onze planeet te vernietigen maar om haar bewoonbaar te maken voor steeds meer mensen. Die “voetafdruk” van ons is in werkelijkheid een duizenden jaren oud project om de woeste natuur om ons heen te temmen: die voetafdruk moet niet kleiner, maar juist groter. Veel groter.  

  • Energie is de oplossing, niet het probleem

Of we nu op zoek gaan naar steenkool of uranium ontginnen, ons gebruik van de schatten der aarde om energie op te wekken wordt met argusogen bekeken. Kennelijk moeten we alles maar in de grond laten. De aarde is als een warenhuis van waardevolle grondstoffen waar we hooguit eventjes mogen lenen wat we echt, écht nodig denken te hebben.

Paniek over het opraken van grondstoffen is niet gebaseerd op harde bewijzen maar op een overtuiging dat we er eigenlijk met onze vingers vanaf moeten blijven. Alsof wij mensen alleen maar consumenten en niet óók producenten zijn. Alsof we de aarde alleen maar vernietigen en niet voortdurend de wereld mooier maken.

Het creëren van energie is niet het probleem, maar de oplossing. Want energie stelt ons in staat om vooruitgang te realiseren, om hele steden te verlichten, om het warm te hebben als het buiten koud is, om ons leven aangenamer te maken. Meer energie = meer leven. Met kernenergie – een revolutionaire techniek die we nog maar amper op waarde schatten – krijgen we de meeste energie voor onze euro.

  • Weg met de ijsbeer, leve de mens!

Vandaag geldt voor veel mensen een wit, harig wezen als de barometer voor menselijke hoogmoed: de ijsbeer, ergens ver weg op de Noordpool. Alles wat we doen, wordt gemeten aan de hand van de vermeende impact op de ijskappen, de habitat van onze troetelbeer, of andere natuurlijke fenomenen. Want, pas maar op, anders slaat de natuur terug met rampen en ellende.

Het is tijd dat we de mens gaan zien als morele standaard. Tijd om ons leven te leiden in termen die níet worden bepaald door die akelige misantropen met hun zorgen om de zielige ijsbeer en de platstaartschildpad. Als het gaat om politieke besluitvorming over vooruitgang en ontwikkeling of investeringen voor de toekomst, zou er eigenlijk maar één vraag moeten worden gesteld: zal dit wel of niet voordeel opleveren voor het leven van de mens?

  • Geen schaarste, maar overvloed!   

Vanouds was overvloed een streven in vele samenlevingen. Meer eten. Grotere huizen. Betere spullen. De Israëliërs droomden van een “land van melk en honing”, een socialist als Sylvia Pankhurst droomde van “een enorme productie die meer levert dan wij mensen kunnen consumeren”. We wisten één ding zeker: overvloed zal ons bevrijden en maakt ons leven een stuk makkelijker. Met overvloed hoeven we minder te zwoegen en is er meer tijd voor leuke dingen, zoals het leven.

Tot slot

Laten wij, inwoners van een welvarend land, investeerders, erop wijzen dat groei goed is. Sterker, laten wij benadrukken dat groei essentieel is om te voorzien in onze wensen en om onze tijd en onze geesten te bevrijden, zodat we onze dromen kunnen realiseren.

Investeren in duurzame ontwikkelingsdoelen? Trap er niet in. Doe. Het. Niet. Als u liefdadigheid nastreeft, prima. Investeer dan in échte groei.

Choose the SDG's that fit best

Annette van der Krogt
Annette van der Krogt
Hoofd verantwoord beleggen, Achmea Investment Management

Sustainable Development Goals (SDG’s) staan meer en meer op de agenda van pensioenfondsen. Recent onderzoek van de VBDO geeft dat aan dat ruim driekwart één of meerdere keren per jaar SDG’s bespreekt. In haar presentatie schetste Annette van der Krogt, Manager Verantwoord Beleggen bij Achmea Investment Management, de historische ontwikkeling SDG’s en hoe SDG’s zich verhouden tot Maatschappelijk Verantwoord Beleggen: beginnend met normatieve kaders, via ESG-integratie en investment beliefs, tot internationale wet- en regelgeving.

Maar hoe kunnenpensioenfondsen SDG’s beleidsmatig integreren en implementeren? Mevrouw Van der Krogt adviseerde drie aanvliegroutes. Ten eerste: SDG’s als themabepaling, waarbij het absoluut niet zo hoeft te zijn dat pensioenfondsen ‘iets moeten’ met alle 17 SDG’s. “Kies die onderwerpen die het beste bij jou als pensioenfonds en achterban passen om mee aan de slag te gaan. Ten tweede: gebruik de voor jou relevante SDG’s als een gemeenschappelijk taal om met deelnemers en andere stakeholders te communiceren. En ten derde: via active ownership (engagement en actief gebruik maken van aandeelhoudersrechten), kun je bedrijven stimuleren om zich te committeren aan de relevante SDG’s. Ondernemingen zijn tenslotte grote actoren in de samenleving. Als belegger kun je daar invloed op uitoefen door het aangaan van de dialoog. Bij stemmen op aandeelhoudersvergaderingen kun je ook een link leggen met SDG’s. Deze is link ligt voor de hand bij aandeelhoudersresoluties die gerelateerd zijn aan klimaat en SDG 13. Maar ook resoluties die gaan over inzicht in gelijke betaling van mannen en vrouwen zijn bijvoorbeeld goed te linken aan SDG 5.  Wanneer je als pensioenfonds je SDG thema’s hebt gekozen, is het van belang deze ook in je active ownership-activiteiten terug laat komen en daar over te rapporteren”.

Financial Inclusion: Investeren in de SDG’s

Femke Bos
Femke Bos
Fondsmanager Triodos Microfinance Fund, Triodos Investment Management

Mevrouw Bos illustreerde aan de hand van het Triodos Microfinance Fund dat een pensioenfonds kan investeren aan de hand van VN-Duurzame ontwikkelingsdoelen én daarbij een goed financieel rendement kan maken.

Zij gaf aan dat het goed mogelijk is om gericht duurzaam te beleggen in de reële economie, met consistent rendement, en de lage correlatie met effectenmarkten maakt het interessant vanuit totale portefeuillecontext. Tel daarbij op institutionele verslaglegging en in-control statements en ‘duurzaam beleggen’ is een volwassen, volwaardige strategie geworden. 

Mevrouw Bos vond de SDG’s essentieel voor het vervullen van de fiduciaire plicht van pensioenfondsen. Zij wees op macro-risico’s: wereldwijde uitdagingen beïnvloeden de waarde van de investeringen, en  macro-kansen: de SDG’s zorgen voor wereldwijde economische groei.

Een voorbeeld is het Triodos Microfinance Fund: het verstrekken van leningen en aandelenkapitaal met een focus op lage inkomensgroepen, midden- en kleinbedrijf en het bieden van toegang tot financiering van basisbehoeften als betaalbare huisvesting, duurzame energie,educatie en sanitatie.

Dit fonds heeft in de afgelopen zes jaar een gemiddeld rendement gemaakt van 4,8% terwijl het voldoet aan de SDG’s nummers 1, 4, 5, 6, 7, 8 en 10: VN-duurzame ontwikkelingsdoelen over respectievelijk armoedebestrijding, educatie, gelijkheid van de geslachten, schoon water en sanitatie, betaalbare en schone energie, fatsoenlijk werk en economische groei, en afname van ongelijkheid.

Sponsors

IVP dankt de volgende partijen voor het (financieel) mogelijk maken van dit evenement:

Hoofdsponsors
Medesponsors

Wat vond u van het evenement? We vernemen graag uw opmerkingen, lof en kritiek om onze activiteiten van goed niveau te houden.


Locatie