Skip to main content

Besturen, beleggen en de energietransitie

Congres 8 juni 2017, 09:30
Jurriaanse Zaal, De Doelen

Institutionele partijen zoals pensioenfondsen, banken en verzekeraars denken in toenemende mate na hoe zij kunnen bijdragen aan de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs.

Energie en CO2-uitstoot zijn onlosmakelijk verbonden met die klimaatdoelstellingen.

Energie-experts van Clingendael, McKinsey, Shell Nederland en ExxonMobil deelden hun inzichten over het thema ‘energie’. Dit is een bijdrage voor institutionele beleggers om beleid te formuleren over klimaat en energie inzake hun beleggingsportefeuilles en risicomanagement.

Het tweede deel van het congres stond in het teken van toepassing van het thema ‘energie’ in risicomanagement en vermogensbeheer door sprekers van De Nederlandsche Bank, UN – PRI, Triodos Investment Management, Franklin Templeton, Skagen Funds, Lombard Odier, Amundi en International Finance Corporation.

Voorlopig programma

Sprekers & presentaties

10:00

Het toekomstige energielandschap. Wereldwijde trends en een blik op Nederland.

Occo Roelofsen

De heer Roelofsen schetste ter inleiding een beeld van het energielandschap. Vervolgens ging hij in op de behoefte naar olie en gas als bronnen van energie. Die behoefte is van  invloed op de bedrijfsresultaten van olie- en gasbedrijven. Hij sloot af met de situatie die geldt voor Nederland.

Energielandschap

Olie en gas waren de afgelopen twintig jaar veruit de beste belegging in de energiesector die iemand kon doen. In 2015 en 2016 is echter een daling ingezet van de prijzen van olie en gas. Er is een verschuiving gaande van investeringen in andere bronnen van energie buiten de traditionele bronnen als olie, gas en kolen. De kosten van zonne-energie zijn in de laatste anderhalf jaar met zestig procent gedaald. De kosten van windmolenparken ter land en ter zee dalen drastisch. De productiekosten van accu’s dalen sneller dan verwacht.

De vraag is of investeringen in olie en gas terugkeren naar het normale gemiddelde van circa twee procent van het bruto nationaal inkomen, daarmee het einde inluidende van de grote prijsstijgingen in deze bronnen van energie.

Energiebehoefte, olie en gas

Fossiele brandstoffen zijn nog steeds de belangrijkste pijlers van het gigantische energiesysteem, hoewel nieuwe bronnen van energie snel groeien. Elektriciteit maakt bijvoorbeeld slechts twintig procent uit van de wereldwijde energiebehoefte. Tachtig procent van de energiebehoefte betreft niet elektriciteit maar bijvoorbeeld energie voor transport. Nieuwe energiebronnen zijn vooral te vinden in die twintig procent van de energiebehoefte die gaat over elektriciteit. Zij maken daar in de meeste landen nog geen twintig procent vanuit. Ondanks de snelle groei van nieuwe bronnen van energie neemt de transitie naar andere energiebronnen dan olie en gas veel tijd in beslag. Verwacht wordt dat gas binnen de fossiele energiebronnen de winnaar wordt ten opzichte van het gebruik van kolen en olie. Gas is schoner dan olie en kolen, nog meer zelfs met betere methoden om C02-uitstoot te beperken.

De komende twintig jaren zijn er twaalf miljoen vaten olie per dag meer nodig om te voorzien in de energiebehoefte. Die energiebehoefte wordt voornamelijk gedreven door de chemische industrie. Om de toekomstige energiebehoefte te kunnen peilen, wordt de chemische sector gevolgd.

De productie van personenauto’s neemt toe. Toch neemt de oliebehoefte als brandstof voor auto’s af. Deels door de ontwikkeling van elektrische auto’s (25% van de nieuwe auto’s is naar verwachting elektrisch in het jaar 2035). De belangrijkste oorzaak van de afname van het gebruik van ruwe olie komt door efficiency in de transportsector (vracht- en luchtvervoer).

De behoefte aan de verschillende vormen van olie in de komende decennia zal toenemen, in het bijzonder als brandstof voor de chemische industrie.

Door technologische innovatie en efficiency in de industrie kan de behoefte aan energie dalen. Hier zijn scenario’s voor. Bijvoorbeeld de gestage opmars van elektrische auto’s.

Ondanks de aannames bij de gunstigste scenario’s naar energiebehoefte, rekening houdend met technologische ontwikkeling en een efficiënt belastingsysteem voor C02-uitstoot, worden de klimaatdoelstellingen uit Parijs niet gehaald en is er nog steeds een groei aan de behoefte voor olie.

Situatie in Nederland en Klimaatakkoord

Stel, we willen in Nederland 80% minder C02-uitstoot bereiken in het jaar 2050. Wat is er dan nu nodig om dat te bereiken?

In de afgelopen 25 jaar is onze C02-uitstoot enigszins gedaald en stijgt nu weer. Om onze belofte aan het Klimaatakkoord gestand te kunnen doen, moeten we nu drie tot vier keer zo snel de uitstoot van C02 beperken dan dat we in de afgelopen 25 jaar hebben gezien.

De windmolenparken die overal verschijnen, voegen nauwelijks wat toe in het bereiken van de doelstelling om in 2050 80% minder C02-uitstoot te bereiken.

In Nederland is het onze industrie die de beste prestaties heeft geleverd in het verminderen van uitstoot zoals naast C02 ook methaan. Niet de transportsector, en nauwelijks de isolatie van gebouwen dragen bij aan deze doelstelling.

Investeringen

De energie in Nederland wordt gebruikt door industrie, gebouwen, het elektriciteitsnetwerk en transport. Daarvoor worden gebruikt kolen, olie, gas en hernieuwbare energie. Deze vier categorieën moeten gezamenlijk 80% minder C02 uitstoten in 2050. Hoe gaat elk van deze sectoren dit doel bereiken? Hoeveel zou dat dit per sector kosten?

Voor de transportsector bijvoorbeeld gaat het in een periode van 25 jaar om circa 30 miljard euro extra, alleen om de reductie van C02-uitstoot met 80% te bereiken, los van andere investeringen en innovatie.

Onroerend goed: 85 miljard euro aan investeringen, bijvoorbeeld om acht miljoen woningen aan te passen aan andere bronnen van centrale verwarming, en om bedrijfsgebouwen aan te passen.

De industrie: 20 miljard euro aan extra investeringen tot het jaar 2040.

De elektriciteitssector zou moeten omschakelen naar hernieuwbare energie. Zonne- en windenergie moeten dan de elektriciteit gaan leveren voor ons land, met nieuwe afspraken over de levering van elektriciteit door Noorwegen en Duitsland.

Er is circa 200 miljard euro nodig voor een klein land als Nederland om de uitstoot van C02 in 2050 met 80% te hebben beperkt. Dit betekent investeringen in infrastructuur die vaak niet makkelijk zijn te verhandelen (illiquide beleggingen).

Sommige investeringen zullen een rendement hebben, andere investeringen betreffen overheidssubsidies. Het gaat om investeringen in onder andere nieuwe vormen van transport, gebouwen, elektriciteitsvoorzieningen in steden, opslagsystemen voor koolstof, warmtepompen windparken op zee.

Als de uitdaging in ons kleine land al zo groot is, hoe pakt de klimaatambitie dan uit in andere landen in Europa, en de wereld?

De technologie in het vinden naar olie, bijvoorbeeld onder de zee, vordert. Met het oog op innovatie en toenemende hernieuwbare energie is de verwachting dat de olie- en gasprijzen wellicht iets zullen dalen. Nog decennia lang zullen olie en gas noodzakelijk zijn om te voorzien in de energiebehoefte.

10:30

De energietransitie. Kansen en mogelijkheden voor Nederland.

Marjan van Loon
Marjan van Loon
president-directeur, Shell Nederland

Mevrouw van Loon gaf een presentatie over de mogelijkheden die de energietransitie biedt voor Nederland, en de rol die Shell in Nederland daarbij wil spelen.

Energietransitie en Shell.

De grote uitdaging de komende decennia – voor de samenleving en voor Shell – is te voorzien in de wereldwijd toenemende vraag naar energie en tegelijkertijd minder CO₂ uit te stoten.

Naar verwachting zal de wereldbevolking tot 2050 toenemen tot 9 miljard mensen, en in 2100 mogelijk tot 10 miljard. Economische ontwikkelingen zullen ertoe leiden dat meer mensen om meer energie zullen vragen om de kwaliteit van hun leven aanzienlijk te verbeteren.

Op de klimaattop van Parijs eind 2015 hebben 195 landen afgesproken de temperatuurstijging te beperken tot ruim onder 2o Celsius in 2050. Dit betekent dat de uitstoot van CO2 in 2050 wereldwijd 80-95% minder moet zijn ten opzichte van 1990.

Shell steunt het Klimaatakkoord van Parijs en werkt actief om de doelen bereiken. Shell is in staat om zich aan te passen aan de energietransitie.

Shell wil een belegging van wereldklasse zijn. Om wereldwijd actief te kunnen zijn, moet Shell financieel sterk zijn. Een leider die waarde en invloed brengt en goed gedrag laat zien. Zo blijft Shell zijn bijdrage leveren.

Shell bereidt zich voor op – en investeert in – de uitdagingen en kansen die de energietransitie biedt, zoals de ontwikkeling van van schonere brandstoffen zoals vloeibaar gas (LNG) en de inzet van gas als natuurlijke ruggengraat in een energiesysteem met een groot aandeel hernieuwbare energie. Met onze divisie ‘New Energies’ zetten we in op nieuwe businessmodellen (bijv. wind-op-zee) en brandstoftechnologieën voor mobiliteit zoals biobrandstof en waterstof.

Nederland en de energietransitie

De uitdaging van de energievoorziening is wereldwijd, maar de aanpak zal lokaal verschillend verlopen. In Nederland gaat het niet om meer energie, maar om schonere energie en efficienter gebruik ervan.

Shell heeft zich in Nederland gecommiteerd aan het Energieakkoord uit 2013, dat tot 2023 loopt. Volgens de daaraan verbonden doelstellingen streeft Nederland naar16% energie uit hernieuwbaar in 2023. In 2020 moet dat 14% zijn. Nederland zit in 2017 op 5,9%.

Met het Nationale Energieakkoord uit 2013 heeft Nederland weliswaar een stap voorwaarts gezet, maar ook nu staat Nederland nog onderaan de Europese lijstjes.

Nederland heeft een grote industrie en de economie is sterk verweven met productie, vervoer en gebruik van energie. Het is voor Nederland een enorme uitdaging om de klimaatdoelen te halen. Vanaf 2030 moet Nederland zijn C02-uitstoot met 60% beperken om de doelstelling van Parijs te kunnen halen. Een versnelling met een factor 3 a 4 ten opzichte van de huidige situatie met de moeilijkste obstakels nog voor ons liggend. De makkelijke maatregelen zijn al genomen.

Nederland staat daarom nu voor een keuze. Blijven we hekkensluiter of zetten we in op versnelling van de energietransitie?

Shell is van mening dat versnelling van de energietransitie kansen biedt voor Nederland. Nu loopt Nederland achter. Door te versnellen kunnen we koploper worden. Shell vindt dat overheid, burgers, instellingen en bedrijven in Nederland zich als ondernemers moeten opstellen om gezamenlijk de klimaatdoelstellingen te kunnen bereiken. Het bedrijf pleit ervoor dat het geld wordt geïnvesteerd in nieuwe technologie en dat het geld gaat werken, in plaats van voordat wordt overgestapt op een schoner energiesysteem, als een accountant eerst naar de kosten te kijken. Zo komt er economische groei dankzij activiteit.

Shell is een van de initiatiefnemers van de de Transitie-Coalitie. 64 organisaties waaronder bedrijven, NGO’s en banken werken samen om het belang van de energietransitie te agenderen.  De uitdagingen waar Nederland voor staat vraagt om  een routekaart voor de lange termijn. De TransitieCoalitie nodigt de politiek uit om concrete doelen in een klimaatwet te formuleren, inclusief hoe die doelen economisch kunnen worden bereikt. Een ministerie van Energie, klimaat en economie zou invulling kunnen geven aan een consistent overheidsbeleid. Bijvoorbeeld tussen de ministeries van Financiën en Economische Zaken. Er is ook consitentie noodzakelijk over verschillende regeringen heen zodat over de  periode van vier jaar tot de volgende verkiezingen wordt gedacht.

De Nederlandse burgers investeren al via belastingen en opslagen in de energietransitie. Als dat efficiënter kan, kunnen bijvoorbeeld pensioenfondsen verder in infrastructuur investeren. Het initiatief van InvestNL is vast een kleine start op weg.

Shell en de energietransitie in Nederland

Shell en Nederland hebben een lange geschiedenis; Shell is met veel activiteiten aanwezig in Nederland, met een raffinaderij in Rotterdam, een chemiefabriek in Moerdijk, tankstations, een technologiecentrum in Amsterdam en offshore windparken.

Shell wil in Nederland nieuwe businessmodellen ontwikkelen. Juist in Nederland omdat we hier al op veel fronten actief zijn, de Nederlandse energiemarkt goed kennen en denken dat we in Nederland snel en veel kunnen leren. Denk aan de elektriciteitshandel. In de VS is Shell de grootste handelaar. Daar handelt Shell in LNG, olie en in elektriciteit. Dit kan in Nederland ook verder worden geprofessionaliseerd.

Tankstations. Met een groot netwerk van pompstations wil Shell het aanbod breder maken, waarbij de omzet voor een groot deel uit andere diensten komt dan uit brandstof alleen. Wij willen ook schonere brandstoffen aanbieden zoals biobrandstoffen en gasgebaseerde brandstoffen zoals LNG en waterstof. Bij ten minste tien tankstations installeren we dit jaar snelladers voor elektrische auto’s. Met een laadpuntennetwerk wil Shell voorzien in de behoefte van het groeiende aantal automobilisten met een elektrisch voertuig dat ook onderweg wil kunnen laden.

LNG. Met LNG biedt Shell een schoner alternatief voor diesel en stookolie in de scheepvaart en zwaar wegverkeer. LNG is gas dat in bevroren toestand 600 keer kleiner wordt, en daarvoor makkelijk transporteerbaar. Ook gaat het gepaard met minder uitstoot van fijnstof. Dit jaar nemen we een LNG-bunkerschip in gebruik dat vanuit de Rotterdamse haven schepen op zee van LNG zal voorzien. Langs de weg hebben we in Nederland vijf LNG-tankstations voor vrachtwagens geopend, en het voornemen om het netwerk in Europa verder uit te breiden. Vrachtwagens van  Albert Heijn en Heineken lopen op LNG. In de scheepvaart gaat Carnival Cruises met hun twee grootste schepen varen op  LNG. Het kost wel tijd.

Waterstof. Waterstof heeft een grotere radius dan elektrische auto’s.We onderzoeken door waterstof aangedreven elektrisch vervoer in Nederland. In Duitsland realiseren we samen met partners een netwerk van 400 waterstof-tankstations (2023 gereed). We maken deel uit van de Hydrogen Council, een groep van 13 energiebedrijven en autofabrikanten, die de komende vijf jaar gezamenlijk €10 miljard in waterstof gerelateerde producten investeert om waterstof geschikt te maken als brandstof van de toekomst, ook voor industriële toepassing. Het kost wel tijd.

Biobrandstoffen. Wereldwijd zijn wij één van de grootste ‘blenders’ van biobrandstoffen. Onze Braziliaanse deelneming Raízen produceert bio-ethanol uit suikerriet, gebruikt als transportbrandstof. In Nederland mengen wij in 2017 – conform de EU-verplichting – 7,75% % biobrandstof  bij in diesel en benzine. Dit percentage stijgt jaarlijks tot 10% in 2020.

Chemie. Shell levert grondstoffen voor de chemische industrie.  Chemicaliën en olie zijn nodig voor vrijwel elk product dat we dagelijks tegenkomen. Plastic in de mobiele telefoon, kunststof in meubels, in schoonheidsproducten. Er is vrijwel geen industrie die zonder chemicaliën en olie kan. Shell werkt aan oplossingen waarmee de chemische productie schoner verloopt.

CCS. Om de klimaatdoelstellingen te bereiken in 2050 ziet Shell de noodzaak voor opslag van CO2. Dat moet dan wel op zee, niet onder land.

CO2-arme technologien. Ook ontwikkelt en investeert Shell in CO2-arme technologien. Met andere olie- en gasbedrijven maakt Shell deel uit van het Oil and Gas Climate Initiative (OGCI), dat via het OGCI Climate Investments partnerschap de komende jaren 1 miljard dollar investeert in de ontwikkeling en toepassing van technologieën om de uitstoot van broeikasgas tegen te gaan. Shell Technology Ventures stimuleert innovatie door startups te steunen en daarin te investeren. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe modellen windturbines.

Windparken op zee. Nederland is bij uitstek zeer geschikt voor offshore wind. Verschillende studies laten zien dat de Noordzee potentie heeft voor offshore wind van minstens 200 gigawatt. Er is veel wind op de Noordzee. Stabiel, weinig verschil tussen de seizoenen wat de wind betreft. De Noordzee is niet al te diep. En de afstand naar de markt is beperkt waardoor de kosten zijn te overzien. Verdere ontwikkeling en daarmee de beperking van de C02-uitstoot duurt echter nog jaren. Grootschalige offshore wind op de Noordzee inclusief de aanleg van de benodigde infrastructuur voor energietransport en opslag, biedt niet alleen kostenvoordelen maar zet Nederland ook in een leidende positie. Om sneller het potentieel van de Noordzee te kunnen benutten pleit Shell voor een systematische aanpak met megaprojecten van 10 gigawatt in plaats heel veel kleine windparken van 750 megawatt of 1 gigawatt.

Kortom, Shell wil een actieve rol spelen in de transitie van het Nederlandse energiesysteem. Voor ons is de versnelling van de Nederlandse energietransitie een kans om de mogelijkheden die deze biedt te benutten. Het is nu tijd om gezamenlijk op weg te gaan om de klimaatdoelstellingen te bereiken. Shell moedigt samenwerking tussen industrieën, overheden, instanties en universiteiten aan.

11:00

Beheersen van klimaatrisico’s en uitdagingen bij stabilisatie broeikasgas

Pete Trelenberg
Pete Trelenberg
ExxonMobil

De heer Trelenberg beschouwde de energietransitie op wereldniveau. ExxonMobil maakt ieder jaar een energievooruitblik. Op basis daarvan plant het bedrijf de activiteiten. Uit de huidige vooruitblik blijkt het volgende.

Er is een toename van de energiebehoefte door ontwikkelingslanden. Een groeiende wereldbevolking en een groeiende middenklasse met stijgende levensbehoefte heeft energie nodig terwijl de uitstoot van broeikasgassen moet worden beperkt. De middenklasse bestaat uit ongeveer een miljard personen in de OECD-landen en een miljard mensen in de ontwikkelingslanden. Het aantal middenklasse-consumenten groeit naar verwachting naar circa vijf miljard personen, voor het merendeel in China, India en de ontwikkelingslanden.

De groeiende middenklasse naar vijf miljard personen betekent een stijging in de vraag naar energie. Het gebruik van petrochemicaliën, olie en gas zullen daarom naar verwachting wereldwijd stijgen met de nadruk op gas. Hernieuwbare energie, biobrandstoffen en nucleaire energie groeien eveneens snel.

Het is een forse uitdaging om de doelstelling uit het Klimaatakkoord van Parijs te bereiken van beperking van de stijging van de temperatuur tot 2 graden Celsius. Uit de afgelopen dertig jaar bleek dat als landen rijker werden, zoals Zuid-Korea, hun C02- uitstoot hoger werd. Als landen welvarender werden, werden ze ook efficiënt met hun energiegebruik waarna de C02-uitstoot op een constant niveau bleef

De rol van technologie is om de overgang naar een energiesysteem met minder uitstoot betaalbaar te maken. De omschakeling van kolen naar gas levert al snel een besparing in uitstoot op van 60%, net als omzetting naar elektriciteit zoals nu gebeurt in de transportsector en ook al in de industrie, als het elektriciteitsnetwerk zelf maar geen C02-uitstoot meer genereert.

Als een olie- of gasveld is gevonden en er wordt geboord, verliest dat terrein vanzelf drie tot zes procent van de gevonden reserves. Daarom moet de olie- en gasindustrie continu blijven investeren in de ontwikkeling van (nieuwe) velden ook in het bereiken van de doelstellingen van het Klimaatakkoord. Op dit moment heeft ExxonMobil nog voor dertien jaar aan reserves in de grond.

Het energiesysteem is immens en ingewikkeld. Dat hele wereldwijde systeem compleet veranderen naar de klimaatdoelstellingen van Parijs is zeer kapitaalintensief en moeilijk terwijl we betaalbare en betrouwbare energie willen houden zonder onderbrekingen.

11:30

Macro-economische blik op energie, DNB

Jan Marc Berk
Jan Marc Berk
directeur divisie Economisch onderzoek en beleid, De Nederlandsche Bank

De heer Berk gaf een opsomming van de risico's bij beleggingen in energiebedrijven en mogelijkheden om te investeren in de energietransitie, zoals beleggen in woningbouw en woningisolatie. De heer Berk gaf aan dat DNB niet wil tornen aan de kapitaalvereisten die aan pensioenfondsen en verzekeraars worden gesteld voor bijvoorbeeld beleggingen in energieinfrastructuur, die volgens McKinsey & Company essentieel zijn om de doelstellingen van het Klimaatakkoord Parijs van 2015 zelfs maar te kunnen bereiken. Als de kapitaalsvereisten of buffers het werkelijke risico zouden kunnen weergeven, wordt het voor meer pensioenfondsen interessant om de mogelijkheden te onderzoeken van beleggen in energieinfrastructuur. De heer Berk stelde dat de buffers voortvloeien uit EU-wetgeving en DNB enkel toezicht houdt op de naleving ervan.

13:00

Energie en ESG

Hilde Jenssen
Hilde Jenssen
head of product specialists, Skagen Funds
13:30

Energie en opkomende markten

Dr. Mark Mobius
Dr. Mark Mobius
executive chairman Emerging Markets Group, Franklin Templeton
14:00

Energie en klimaatverandering als beleggingsthema

Jacco Minnaar
Jacco Minnaar
directeur Energy and Climate, Triodos Investment Management
14:30

Energie, klimaatrisico in beleggingsbeleid en -proces

Tomi Nummela
Tomi Nummela
associate director investment practices, UN – PRI
15:30

Energie en impact beleggen

Pascal Menges
Pascal Menges
portfoliomanager, Lombard Odier
16:00

Groene obligaties in opkomende economieën

Jean-Marie Masse
Jean-Marie Masse
Global Head and Chief Investment Officer, IFC – International Finance Corporation
Frédéric Samama
Frédéric Samama
Deputy Global Head of Institutional & Sovereign Clients, Amundi

Sponsors

IVP dankt de volgende partijen voor het (financieel) mogelijk maken van dit evenement:

Hoofdsponsors
Medesponsors

Wat vond u van het evenement? We vernemen graag uw opmerkingen, lof en kritiek om onze activiteiten van goed niveau te houden.


Locatie