Prof. Furfari wilde een realistisch beeld laten zien van wereldwijd energieverbruik en -bronnen in relatie tot de energietransitie. Dit is relevant voor pensioenfondsen die via hun impactbeleggingen investeren in de energietransitie, vaak in hun streven om een betere planeet te maken voor gepensioneerden en voor toekomstige generaties.
Internationaal groeiende vraag naar olie, kolen en gas
Wereldwijd is er een enorme vraag naar energie. Alle energievormen zijn noodzakelijk. Arme landen gebruiken nog steeds spierkracht als hun voornaamste bron van energie. Om welvarend te worden, hebben zij andere bronnen nodig.
Kolen en gas zijn groeiende. De vraag naar gas is 4 keer zo hoog sinds de jaren 60 van de vorige eeuw. Ook wind- en zonne-energie groeien. Maar Europa stagneert, door beleid industrieën verplaatsend naar landen waar energie goedkoper is zoals Azië, dat groeit.
De belangrijkste energiebron wereldwijd is olie. Meer dan 33% van alle energie wordt geleverd door olie. De bijdrage van wind en zon is slechts 3%. Wind en zon produceren niet consistent. In Italië, zo gaf prof. Furfari als voorbeeld, is er voor windenergie 77% van de tijd backup nodig door gascentrales en nucleaire reactors, en voor zonne-energie is er zelfs 89% van de tijd backup nodig. Deze bronnen zijn niet efficiënt.
Daarnaast is fossiele energie nodig om windturbines en zonnepanelen te maken, waarvoor onder andere staal, aluminium en plastic nodig zijn. China produceert windturbines en zonnepanelen en gebruikt hiervoor extra kolencentrales. Wind en zon zijn er niet voor het klimaat. Dat is een illusie.
Kloof tussen groene energie en fossiele brandstoffen wordt groter
De kloof tussen groene energie en fossiele brandstoffen wordt steeds groter. De zeeën worden verdeeld tussen landen om er olie en gas te vinden. Meer landen produceren meer olie en meer gas. In de VS is schaliegas een recente ontwikkeling. In Europa is de winning van schaliegas verboden.
China vergroot het gebruik van kolencentrales, onder andere voor de productie van elektrische auto’s die naar Europa worden geëxporteerd voor Europese klimaatdoelstellingen inzake reductie van C02-uitstoot. India wil energieonafhankelijk worden en zal meer C02 uitstoten in 2050 dan Europa 20 jaar geleden deed, terwijl het grotere Europa beleid heeft om in 2050 helemaal geen C02 meer uit te stoten.
Nederland draagt slechts 0,04% bij aan de wereldwijde C02-uitstoot. Het Nederlandse beleid legt de nadruk op hernieuwbare energie die niet energie-efficiënt is, duur, industrie wegjaagt en nauwelijks enig effect heeft op het wereldwijde klimaat. Een realistische blik op energie is essentieel. Dit geldt ook voor pensioenfondsen die investeren in de energietransitie.